Ds. H.J. Messelink, Hosea, een vreemde liefde, [2005], 14 Het tweede kind is een meisje: Lo-Ruchama, 'geen ontferming'. De Here is een God van ontferming (ps. 103). Maar Hij laat niet over Zich heen lopen,, Hij wil eerbied. Als er bij de koning en het volk geen diep ontzag is voor God, komt er een eind aan Zijn ontferming. Hij heeft een groot geduld, maar het houdt een keer op. God schenkt niet eindeloos vergeving, dat moet Zijn volk nu maar voelen!
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij ontving wederom, en baarde een dochter; en [18]Hij zeide tot hem: Noem haar naam [19]Lo-ruchama; want Ik zal Mij voortaan niet meer ontfermen over het huis Israels, maar Ik zal ze [20]zekerlijk wegvoeren. 18. De Heere tot Hosea. 19. Dat is, niet ontfermde. 20. Hebreeuws, wegvoerende, of opnemende, [dat is, opnemende en wegvoerende] wegvoeren; vergelijk onder hfdst.5 vs.14. Deze woorden worden verscheidenlijk overgezet, vermits de verscheidene betekenissen van het Hebreeuwse woord, dat niet alleen opnemen, wegnemen, wegvoeren, enz., maar ook vergeven betekent. [Zie Ps.25:18; Jes.2:9]. Dit is vervuld, eerst door Tiglath-Pilezer, daarna door Salmanassar, koningen van Assyrie.